De moderne scheepsdiesels zijn uitgerust met uitgebreide motormanagement systemen. Behalve dat deze zorgen dat de motor doet wat hij moet doen, is er ook een groot scala aan meldingen die aangeven dat er iets niet goed gaat. Deze meldingen kunnen via lampjes of display’s getoond worden en meestal gaat dit gepaard met een auditief alarm; een storende piep.
Alle lampjes en het geluid van het alarm gaan meestal aan als het contact aangezet wordt. Zo test u die elementen bij iedere start. Als de motor eenmaal loopt horen ze uit te gaan. Het alarmsysteem staat dan stand-by; gereed om een melding door te geven.
Sommige fabrikanten hebben hun alarmen ingedeeld in belangrijk en minder belangrijk. dat kan dan met een kleurcode zijn; oranje en rood bijvoorbeeld. Sommige alarmen zijn zo belangrijk dat de motor er zelf op stopt of dat u een hele duidelijke melding krijgt van het probleem. Andere alarmen krijgen een algemeen symbooltje of bijvoorbeeld de melding; bel een service monteur. Bij acute problemen weet u dus vaak wel meteen waar u aan toe bent en kunt u adequaat actie ondernemen. Van een alarm met een minder belangrijk karakter wordt vaak gedacht dat het ook niet belangrijk is om het op te lossen.
Helaas komen we regelmatig nare situaties tegen doordat een motor te lang met een alarm heeft staan draaien. Zeker voor moderne opgevoerde blokken maakt het kleinste beetje verandering in druk of temperatuur een heel groot verschil en op termijn kan daardoor behoorlijk veel schade ontstaan.
Laat een alarm daarom altijd controleren en oplossen! De schuld wordt steeds vaker gelegd bij kapotte sensoren of bekabeling en daarmee wordt het alarm dan afgedaan als onbeduidend. Dat is met de elektrische installaties die gebruikt worden natuurlijk altijd mogelijk, maar ook dan moeten ze opgelost worden; vervang die sensor en controleer die kabels. Sensoren zijn met een reden op de motor geplaatst. Ze moeten het mechanische gedeelte monitoren, bij een actief alarm wordt de motor niet in de gaten gehouden!